Corporate finance theorie en financiële crisis in breder perspectief
Onder redactie van Arnoud W. A. Boot, 2008, ISBN 978-90-77-859-07-0
Deze publicatie van het Amsterdam Center for Corporate Finance in haar discussiereeks ‘Topics in Corporate Finance’ gaat over de financiële crisis.
Dat het financiële systeem het afgelopen jaar enige schrammetjes heeft opgelopen is een understatement. Het financiële stelsel staat onder druk. Grote onzekerheid bestaat over het reilen en zeilen van deze sector. Onder de titel ‘Corporate finance theorie en financiële crisis in breder perspectief’ wordt in deze publicatie aan de hand van een vijftal bijdragen – in vijf afzonderlijke hoofdstukken – ingegaan op de brede problematiek van corporate finance en het financiële stelsel. Heel kort samengevat bevatten de eerste twee bijdragen een wat populistische karakterisering en beschrijving van het krachtenveld waarin de financiële sector zich bevindt. De overige drie bijdragen zijn meer analytisch van aard.
De eerste bijdrage betreft het machtsvraagstuk en kuddegedrag in financiële instellingen. Ik zal aangeven dat het inspelen op opportunities in de financiële markten heeft geleid tot een sterke focus op transacties, en dat juist deze transactiefocus risico’s met zich meebrengt.
De tweede bijdrage betreft het gebrek aan historisch perspectief in de huidige beoefening van de economische wetenschappen, maar ook in de maatschappij in het algemeen. Juist in de financiële sector geeft dit grote risico’s waarbij fouten keer op keer worden herhaald. De toepasselijke titel van deze bijdrage is dan ook ‘Zonder historisch perspectief van crisis naar crisis’. Deze observaties worden geplaatst in het kader van de economische wetenschappen, en de corporate finance theorie in het bijzonder.
In de derde en vierde bijdrage staat de specifieke problematiek van gate-keepers op de financiële markten, en wel de credit rating bureaus centraal. Volgens sommigen zijn zij misschien wel de belangrijkste instellingen die het hebben laten afweten en zodoende hebben bijgedragen aan het ontstaan van de financiële crisis. In een tweetal delen wordt hierop ingegaan. In het eerste deel (hoofdstuk 3 in dit boekje) wordt vanuit de moderne corporate finance theorie ingegaan op de toegevoegde waarde van credit ratings, en met name de (traditionele) rol van ratingbureaus bij het beoordelen van bedrijfsobligaties. Vervolgens staat in het tweede deel (hoofdstuk 4) de rol van ratingbureaus in de structured finance activiteit centraal. Aangegeven zal worden waar het mogelijk is misgegaan en welke gevolgen dat heeft voor de stabiliteit van het financieel systeem.
De vijfde, en de laatste bijdrage in dit boekje plaatst de corporate finance theorie in een historisch perspectief. Dit wordt gedaan aan de hand van het werk van de Amsterdamse wetenschapper Th. Limperg die tot de Tweede Wereldoorlog de toonaangevende Nederlandse wetenschapper was op het terrein van de bedrijfseconomie. De titel ‘De financieringstheorie na Limperg’ geeft al aan dat het de toestand van het vakgebied op dat moment plaatst binnen de ontwikkelingen die in de afgelopen 60 jaar hebben plaatsgevonden. Dit geeft een goed overzicht van de ontwikkelingen op het vakgebied corporate finance, en kan ons helpen bij het verwerven van een historisch perspectief.
Als Amsterdam Center for Corporate Finance hopen wij met deze publicatie enige fundamenten aan te dragen voor een beter begrip van de ontwikkelingen in de financiële sector.