Securitisatie: Economics en Europees Perspectief
Dit boekje over securitisatie richt zich vooral op de economics van securitistie (“waar ligt de toegevoegde waarde?”) en verschaft daarnaast een Europees perspectief. In hoofdstuk 1 worden drie soorten securitisatie onderscheiden en gedefinieerd. Securitisatie doet zich in twee gedaantes voor. Term securitisatie financiert bezittingen op de kapitaalmarkt (via cashflow of synthetische transacties) en conduit securitisatie zoekt haar financiering op de geldmarkt.
In hoofdstuk 2 worden cashflow, synthetische en conduit securitisatie aan de hand van gegeneraliseerde schema’s gedetailleerd besproken, nadat eerst aandacht is geschonken aan twee structuurkenmerken, die in elke securitisatietransactie voorkomen. Deze zijn i. het onderbrengen van een groep bezittingen, die dient als onderpand van de te emitteren effecten, in een speciaal voor dat doel opgericht lichaam -een Special Purpose Verhicle of kortweg SPV- en ii. het herstructureren en verlagen van het kredietrisico; deze laatste activiteit bestaat met name uit credit enhancement.
In hoofdstuk 3 wordt een indruk gegeven van de omvang van de securitisatiemarkten. Uit een combinatie van Moody’s Investor Services en eigen research mag worden geconcludeerd dat -gemeten is het jaar 2000- een kleine 10% van de Europese kredietproductie wordt gesecuritiseerd.
In hoofdstuk 4 komt de essentie van de discussie over Basel II aan de orde: economic vs forfaitair (regulatory) capital. De belangrijkste bijdrage die het denken over economic capital en Basel II heeft opgeleverd voor de discussie is dat het kredietrisico’s, (noodzakelijk) eigenvermogen en credit rating van de betreffende bank met elkaar in verband brengt.
In hoofdstuk 5 staan de krachten achter securitisatie centraal, en met name de toegevoegde waarde van securitisatie transacties.
Hoofdstuk 6 is specifiek gewijd aan de toegevoegde waarde van securitisatie voor banken. De meest opvallende conclusie van dit deel van het onderzoek is dat term securitisatie -zeker voor banken- niet tot goedkopere funding leidt. In deze hoofdstukken is ook een kwantitatief model uitgewerkt omtrent de financiële wenselijkheid van securitisatie.
Hoofdstuk 7 is gewijd aan het marktmechanisme van kredietderivaten, en in het bijzonder aan de pricing van Credit Default Swaps.